Vertrekkend ambassadeur: Chinezen doen moeite om te integreren

PARAMARIBO — Chinese immigranten doen veel moeite om te integreren in de Surinaamse samenleving, maar er zal nog veel tijd nodig zijn om het integratieprobleem op te lossen. Dat zei de vertrekkende ambassadeur van de Volksrepubliek China in Suriname, Yuan Nansheng, tijdens zijn afscheidsreceptie tegen de Ware Tijd. “Steeds meer Chinezen willen hierheen komen, dat betekent dat Suriname een aantrekkelijk land is”, aldus Yuan.

Hij werd [donderdag] uitgezwaaid door de Surinaamse regering. In het Corner House aan de Waterkant kreeg de diplomaat het grootlint van de Ereorde van de Palm omgehangen door president Desi Bouterse en zijn vrouw.

Enkele ministers waren ook aanwezig bij de plechtigheid. “U hebt een grote bijdrage geleverd aan het historische succes van de samenwerking tussen Suriname en China”, zei de president. “Uw warme persoonlijkheid hielp daarbij.” Voor het staatshoofd was de eer die hij Yuan bracht “een illustratie van de warme vriendschap tussen Suriname en China.” Yuan is altijd welkom, zei Bouterse. “Neem een paar dagen vrij en kom hierheen.”

De ambassadeur, die voor de gelegenheid een pak met een Surinaamse das had aangetrokken, zei dat Suriname onder het presidentschap van Bouterse “opmerkelijke prestaties” heeft geleverd. Hij was vooral trots dat er later dit jaar een staatsbezoek van de Surinaamse president aan China gepland staat. “Ik benijd mijn opvolger dat hij met u naar China mag vertrekken.”

Yuan trad in 2009 aan. Zijn ambtsperiode werd overschaduwd door de dood van zijn echtgenote in februari vorig jaar. Ze werd dood aangetroffen in het zwembad van Yuans residentie, maar volgens de politie was er geen sprake van een misdrijf. Yuans echtgenote is in Suriname gecremeerd. “Deze onderscheiding beschouw ik ook als een onderscheiding voor haar”, zei hij gisteren over deze episode.

De Volksrepubliek intensiveerde de samenwerking met de regering-Bouterse/Ameerali door schenkingen van militair materiaal en landbouwmateriaal. Ook verstrekte China een lening van SRD 158,2 miljoen voor de bouw van woningen.

De vertrekkende ambassadeur gaat naar het consulaat-generaal van China in San Francisco. Hij wordt daar “algemeen ambassaderaad met de rang van ambassadeur”. Zijn opvolger wordt Yang Zigang, die nu een hoge functie heeft op de Chinese ambassade in Washington.

Suriname richt fonds op voor MKB, met Inter-Amerikaanse Investeringsmij

PARAMARIBO — Suriname ondertekent volgende week een overeenkomst met de Inter-Amerikaanse Investeringsmaatschappij (IIC) om een fonds op te richten dat kredieten verleent aan kleine bedrijven. Dat maakte Gilmore Hoefdraad, governor van de Centrale Bank van Suriname, gisteren bekend tijdens het Forum Concurrentievermogen in de KKF-congreshal. “Dit is een bescheiden start om de economie te stimuleren”, aldus Hoefdraad.

“We hebben de ervaring uit het verleden dat fondsen werden weggesluisd voor politieke doeleinden”, zei de bankgovernor. “Door de IIC erbij te betrekken, kunnen we die politisering voorkomen.” De IIC is verbonden aan de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB). De organisatie krijgt een agent in Suriname, die zal worden aangewezen door het ministerie van Financiën. Deze zal de aanvragen ook beoordelen. Het zal gaan om een zogenoemd ‘revolverend fonds’; aflossingen op de verstrekte leningen komen terug in het fonds en zijn daardoor beschikbaar voor nieuwe kredieten.

Volgens Hoefdraad is er een aantal internationale organisaties die kredieten wil verschaffen aan kleine bedrijven in Suriname, zoals de IDB en de Islamitische Ontwikkelingsbank. “Met de oprichting van dit fonds hebben we een mechanisme waarmee die organisaties kunnen werken.”

Het fonds gaat deze maand nog van start. De IIC wil ondernemerschap stimuleren in Noord- en Zuid-Amerika en het Caribische Gebied. De organisatie steunt vooral kleine en middelgrote bedrijven. IIC-projecten hebben vooral betrekking op landbouw, bosbouw, toerisme, en technologische ontwikkeling.

Hoefdraad: Gebrek aan accountants hindert kleine bedrijven

PARAMARIBO — Een tekort aan accountants belemmert de mogelijkheden voor bedrijven om kredieten en investeringen aan te trekken. Dat zei de governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), Gilmore Hoefdraad, [vrijdag] op het Forum Concurrentievermogen. “We hebben in Suriname 35 accountants, terwijl we er 300 à 400 zouden moeten hebben.”

Daardoor is er te weinig kennis over hoe een bedrijf moet worden opgezet en hoe financiële informatie over een bedrijf moet worden gepresenteerd. Kleine -en middelgrote bedrijven krijgen daardoor moeilijk leningen los bij banken. Ook investeringen op grote schaal worden hierdoor belemmerd.

“We moeten een inhaalslag maken”, benadrukte de bankpresident. “We krijgen veel investeringen binnen, maar als je van je eigen kant geen gespecialiseerd team van accountants hebt kom je niet verder.” Dit probleem speelt volgens hem niet allen in de mijnbouw, maar ook in de landbouw- en gezondheidssector.

De CBvS gaat daarom binnenkort een samenwerking aan met de Surinaamse Vereniging van Accountants (Suva) en ondersteunt de masteropleiding tot accountant aan de Anton de Kom-universiteit.Volgens Hoefdraad hebben kleine en middelgrote bedrijven te weinig financiële kennis. “Veel ondernemers kunnen hun eigen bedrijf niet managen”, aldus de bankier.

Daarom begint de moederbank een voorlichtingscampagne via de media. Doelwit zijn speciale groepen, zoals kleine goudwinners. “Die kleine mannen maken nu grote winsten. Het is belangrijk dat die niet opgaan aan consumptie”, zei Hoefdraad. Hij bracht de balattableeders in herinnering die in problemen kwamen toen de rubbercultuur instortte. “Als hetzelfde gebeurt in de goudsector hebben niet alleen zij een probleem, maar wij ook.”

Volgens Hoefdraad is het van belang dat Suriname zijn financiële wetgeving moderniseert. “Als je praat met internationale investeerders is de eerste vraag: wat is je wetgeving? Chilenen hebben gewoon één investeringswet in de mijnbouwsector. Take it or leave it. Je kunt hem downloaden en je komt.”

De bankpresident zou een soortgelijke regeling ook voor Suriname wensen. Hij wil afstappen van het sluiten van afzonderlijke deals met multinationals. “Dat stimuleert corruptie.”

Hoefdraad noemde berichtgeving in buitenlandse media over mogelijke verduistering van de opbrengsten van de goudsector “absolute onzin”. Vorige week berichtte de Nederlandse krant de Volkskrant dat de goudopbrengsten uit de periode 2004 tot 2011 niet voorkomen op de begroting. Volgens Hoefdraad worden ze goed geregistreerd. “Je zou een groot scala van mensen bijeen moeten brengen om dat (de verduistering…red) te realiseren”, zei Hoefdraad. “Het is jammer dat men de fiscale autoriteiten van een land van de meest zelfzuchtige vorm van corruptie beticht.”.

Suriname vergadert over concurrentiepositie

PARAMARIBO – De hoogst mogelijke groei en het hoogst mogelijke welvaartsniveau. Dat is de inzet van het Forum Concurrentievermogen dat gisteravond werd geopend in het gebouw van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Het forum, dat wordt georganiseerd door het kabinet van de vicepresident samen met de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank, wil een aanzet geven tot nationale strategie om de Surinaamse economie beter te laten concurreren met het buitenland.

Vicepresident Robert Ameerali zei bij de opening dat groei van de werkgelegenheid vooral van de particuliere sector moet komen. “Die moet zich bewust zijn dat de wereld snel verandert. Paranam was ooit de grootste aluminiumfabriek ter wereld, we waren de grootste producent. Het is er niet meer.”

De vicepresident zei dat veel bedrijven meeprofiteren van de enorme groei in de olie- en goudsector. “Maar wij bepalen de goudprijzen niet. We moeten er eigenlijk niet aan denken als er iets fout gaat. Waar moeten al die mensen werken?”

Daarom moeten Surinamers getraind worden om concurrerend te zijn. Bedrijven moeten voldoen aan internationale regels op gebied van milieu en veiligheid. “Het tekort aan monteurs en operators voor steeds geavanceerdere machines kunnen we niet zo snel oplossen. ”

Roberto Vellutini, vicevoorzitter van de IDB, zei dat Suriname vooral zijn economie diverser moet maken en het makkelijker moet maken voor bedrijven om zaken te doen. “Suriname is nu erg afhankelijk van de mijnbouw, maar het is niet onmogelijk om je economie te diversificeren, andere landen hebben dat ook gedaan.”

Volgens Vellutini is het vooral belangrijk te investeren in de vaardigheden van de bevolking. Dat Suriname veel staatsbedrijven heeft, ziet hij niet als een probleem. “Als je maar kansen biedt aan andere bedrijven, dan kunnen ze naast elkaar bestaan”, zei hij.

Vellutini vestigde de aandacht op publiek-private samenwerking. Volgens hem zijn die aantrekkelijk, omdat landen sommige diensten beter door bedrijven kunnen laten aanbieden.

Sieglien Burleson, coördinator van de Competititiveness Unit Suriname, zei dat het forum een concreet beleid moet opleveren gericht op verhoging van het concurrentievermogen. Landen als Singapore, Chili en Panama gingen Suriname voor. Die landen zijn begonnen met structureel versterken van concurrentievermogen. “Is ons onderwijs voldoende afgesteld op de economie? Is er genoeg kennis en kunde om producten te verbeteren? Is er een eerlijke markt? Is het makkelijk om te exporteren?”

De werkgroepen die vandaag tijdens het vervolg van het forum aan de slag gaan, moeten volgens Burleson binnen twee maanden tot concrete actieplannen komen.

‘Economische groei Suriname is kwestie van geluk’

PARAMARIBO – Suriname moet Indiase vrouwen bedanken voor het feit dat hun bruidsschatten de afgelopen jaren zijn gestegen. “Dat is de basis van economische groei in Suriname”, zei Inder Jit Ruprah, regionaal adviseur van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB), gisteren half-grappend bij de opening van het Forum over Concurrentievermogen.

Ruprah gaf daar de inleidende toespraak. Volgens hem is de economische groei van de laatste jaren vooral een kwestie van geluk. Suriname scoort op vrijwel alle punten lager dan vergelijkbare landen, toonde Ruprah aan. Surinaamse bedrijven zijn de minst productieve in het Caribisch gebied.

De Surinaamse overheid wordt ervaren als een grote hindernis. Het kost veel tijd en geld om te voldoen aan alle eisen die de regering stelt. “Zakenmensen klagen over kwaliteit van de arbeidskrachten, over instellingen als de douane, over concurrentie van de informele sector, het verkrijgen van grond, criminaliteit en de toegang tot krediet”, somde Ruprah op.

De IDB-adviseur pleitte voor een tweesporenbeleid om de Surinaamse economie productiever te maken. Suriname moet de kosten die nodig zijn om een nieuw bedrijf te beginnen omlaag brengen. Het moet makkelijker worden om te im- en exporteren en om mensen in dienst te nemen. “Maar daarnaast moeten landen ook veranderen wat ze produceren”, zei Ruprah. “Stap over naar iets wat beter betaalt. Het is goed om efficiëntie te bevorderen, maar je moet ook een brug bouwen naar nieuwe producten.”

Ook moet de Surinaamse overheid werken aan het vertrouwen van burgers. Meer dienstverlening via internet kan daarbij helpen. Ook wees Ruprah erop dat niet alle vernieuwingen uit het bedrijfsleven zelf kunnen komen. “Daarom moet de overheid een actief innovatiebeleid voeren.”